Op mijn leeftijd – ik ben van de catagorie jonge plussers- ben je al blij als er uberhaupt naar je gekeken wordt. Ik bedoel niet in de zin van ‘ naar omgekeken wordt’. Mijn fysieke toestand is bevredigend en ik ben nog uitstekend in staat om zelf op tijd schone sokken aan te trekken. Hulp van kwieke dames die je met de snelheid van het licht een schone luier omgooien in instellingen voor nooddruftige senioren is bij mij nog lang niet aan de orde. Alhoewel, je weet natuurlijk nooit hoe snel zoiets zich aandient. Overigens een punt van zorg voor alle leeftijdgenoten, daar niet van.
Nee, het gaat mij meer om vrouwen die je blik kruisen op straat of in openbare gelegenheden. Jij kent ze niet en zij kennen jou niet. Onder de veertig kijken ze dwars door je heen. Op straat, op weg naar een nieuwe date, weten die je, geïrriteerd, nog net te ontwijken, alsof ze plotseling een lantaarnpaal op hun pad aantreffen. Boven de veertig verandert dat langzaam. Meestal kijken ze je dan met een licht geplaagde blik aan alsof het jouw schuld is dat ze ouder worden en op weg naar wat zij zien als het einde van hun vrouwzijn. Een lastige fase voor vrouwen, naar het schijnt, waar ik weinig vanaf weet. Als ze die fase overleeft hebben wordt de blik anders, wiser and sadder, maar nog steeds geinteresseerd, dat wel.
Als de blik van een dame je pad kruist zijn er drie mogelijkheden die mij soms doorwaakte nachten bezorgen. Want wat ziet ze. Als je zeventig bent en er uitziet als zestig ziet zij een man van zestig en niet iemand van zeventig die er uitziet als zestig, want dat weet ze niet. De tweede mogelijkheid is dat ze een man van zestig ziet die dat ook is, dat is al erg genoeg maar het kan nog erger. Ze kan natuurlijk ook een man zien met de kop van een zestigjarige die net de vijftig is gepasseerd. De gave om door de ogen van vrouwen naar mijzelf te kijken wordt steeds groter, maar of je er ook gelukkiger van wordt waag ik te betwijfelen. En met de wijsheid valt het ook wel mee.
Geef een reactie