Diep in de rimboe van Kalimantan leeft een stam, de Watlang, die weing contact onderhoudt met de westerse wereld, maar desondanks of misschien wel daardoor een hoge vorm van ontwikkeling heeft bereikt. Zo hebben ze een uitgebreid ritueel voor het vangen van allerlei soorten dieren. Een ritueel dat gebaseerd is op respect en intelligentie van de betreffende soort. In het bijzonder voor het vangen van olifanten heeft men een speciale techniek ontwikkeld. Grijze olfanten zijn pientere beesten maar laten zich door de jagers van de stam makkelijk vangen en worden dan als lastdier voor allerlei klusjes ingezet. Ondanks het gemak waarmee grijze olifanten worden gevangen weet men nog steeds niet hoe dat gebeurt. Een geheim dat men niet prijsgeeft. Wat echter ook weinigen weten is dat er een witte olifantensoort rondzwerft met een buitengewoon hoge intelligentie en ontwikkeling. Deze bijzondere witte soort wordt als huisdier zeer op prijsgesteld omdat de schranderheid van deze witte soort gelijke tred houdt met de kennis en slimheid van de Watlangers. Deze witte olifanten laten zich echter niet eenvoudig verschalken, dat begrijpt een kind. Als er besloten wordt om op jacht te gaan, ook kinderen gaan mee, hakt men daarvoor in de rimboe een grote open vierkante plek van tachtig bij tachtig meter. In het centrum van deze open plek wordt van het gehakte hout een toren gebouwd van 30 meter hoog met een ladder naar de top. De snelste jager uit de groep klimt omhoog in de toren en plaatst op de top de vlag van Bantok. De groep trekt zich terug aan de rand van de open plek, houdt zich schuil en wacht op de dingen die komen.
Stilte.
Na verloop van dagen, soms wel watlang vinden vooral de jongeren van de groep, worden de oudere krijgers ineens nerveus door een dof gedreun en gestamp dat langzaam sterker wordt. De jonge onervaren jagers denken dat dit geluid overeenkomt met het gestamp van grijze olifanten. Die kunnen heel gemakkelijk worden gevangen, dus waarom die drukte, maar de senioren onder de Watlangers weten wel beter en herkennen dit geluid als geen ander; dit zijn witte olifanten.
Langzaam nadert de kudde de open plek, de mater familias voorop. Die ziet het tafereeltje met de vlag minzaam aan en denkt: “ja, ja, de vlag van Bantok, dat heb ik meer gezien”, en maant vervolgens de kudde door te lopen.
Achterin de kudde loopt een jong zich echter stierlijk te vervelen, ziet de toren met de vlag en denkt; “van welk land is die vlag ook alweer”? Hij wil zich graag laten gelden tegenover de oudere soortgenoten en wil niet rusten voor hij het weet, laat zich afzakken van de kudde en verzinkt in gedachten met zijn slurf voor zijn ogen om de herkomst van de vlag te achterhalen. De groep Watlangs zien vanuit het struikgewas met spanning toe hoe het jong in gepeins verzinkt. Op dat moment komt de snelste jager weer in actie, klimt razend snel in de toren en verwisselt de vlag van Bantok met de vlag van Pisavaldicaramatcha. De jonge olifant springt plotseling op uit zijn gepeins en weet dit is de vlag van Bantok maar ziet tot zijn verbijstering een heel andere, en vraagt zich geirriteerd af hoe dit heeft kunnen gebeuren. Hij laat zich echter niet uit het veld slaan en valt weer in gedachten neer met zijn poot voor zijn ogen en peinigt zijn geheugen om ook te achterhalen waar deze vlag vandaan komt. De kudde verdwijnt langzaam uit het zicht, maar de jonge olifant geeft niet op. De groep jagers houden de prooi scherp in de gaten waarna de jager met het snelle loopvermogen de vlag verwisselt voor die van Oelaanbaatar. Na lang nadenken is de jonge olifant tot de overtuiging gekomen dat dit de vlag moet zijn van Pisavaldicaramatcha en veert verheugd op na zijn ontdekking. Verbazing en groeiende ergernis strijden om de voorrang als hij ook hier weer een andere vlag waarneemt. Witte olifanten zijn niet alleen slim maar ook vasthoudend en de olifant zakt weer ineen, gebelgd maar in diepe concentratie om ook van deze vlag de waarheid boven tafel te krijgen. De vlag wordt nu niet meer verwisselt door de jagers want zij weten wat er gaat gebeuren. De olifant is na lang nadenken weer overtuigd van de juistheid van zijn idee dat dit de vlag van Oelaanbaatar moet zijn. Hij ontsteekt in tropetterende verontwaardiging en woede en beseft dat iemand hem een kunstje flikt als hij weer een andere vlag ziet staan.
Nu weet iedereen dat mensen vaak rood aanlopen bij grote boosheid. Witte olifanten daarentegen worden grijs. En grijze olifanten zijn voor de Watlangs heel makkelijk te vangen!
Geef een reactie